Algemeen wordt de Matthäus-Passion van componist Johann-Sebastian Bach (1685-1750) als één van de topstukken uit de wereld van de klassieke muziek beschouwd. Maar hoe komt het dat dit werk na de première in 1729 een eeuw lag te verstoffen? Wie was verantwoordelijk voor de herontdekking en welke ontwikkeling heeft dit omvangrijke lijdensverhaal op tekst van het evangelie van Matteüs meegemaakt?

Dirigent en musicus Maarten-Jan Dongelmans, bekend recensent van De Gelderlander, gaat in op de verborgen symboliek van de Matthäus, de aandacht die er tegenwoordig is voor de ruimtelijke beleving van de muziek, en de vraag waarom Bach in de eenentwintigste eeuw uptempo klinkt. Ook presenteert Dongelmans, die indertijd als kind meegezongen heeft in het knapenkoor, enkele topuitvoeringen.